Titre : | De Belgische muzieksector : De attitudes, noden en verwachtingen van de actoren uit de Belgische muzieksector | Type de document : | texte imprimé | Auteurs : | Space Pilot asbl, Auteur ; Quentin de Ghellinck | Editeur : | Bruxelles [Belgique] : Space Pilot asbl | Année de publication : | 2013 | Importance : | 28 p | Langues : | Néerlandais | Catégories : | enquête ; Musique
| Index. décimale : | L. SMart | Note de contenu : | Het eiland van de muzikant, met of zonder veerboot. Bij de opmaak van de federale begroting van 2013 wilde de regeningDi rupo de bevrijdende roerende voorheffing voor aureursrechten optrekken van 15 naar 25 procent. De maatregel zou de creatieve sector, die het in crisistijden sowieso moeilijk heeft, in het hart treffen. Heel wat muzikanten putten (een deel van) hun inkomen uit auteursrechten. Mochten het boeren of bankiers geweest zijn, dan zou zo'n voorstel nooit de agenda gehaald hebben. Lobbyisten allerhande zouden daar vooaf wxel een stokje voor gestoken hebben. Nu dit voorstel wél op de culturele agenda stond, klonk de verontwaardiging uit de sector luid en oprecht : het is niet door creativiteit extra te belasten dat je de economie aanzwwengelt. Uiteindelijk kwam de belastingverhoging er niet. De snelle reacties uit het brede muzikale veld waren een verademing. Want, al hebben muzikanten gemeenschappelijke belangen, ze blijven toch vooral individualisten, actief op hun eigen eiland. En maar goed ook, want precies omdat ze alles op hun eigen manier doen, en daarbij vaak vanuit een andere basisfilosofie vertrekken dan de meeste actoren in het economische veld, zorgen ze voor een meerwaarde die zich niet louter in winstcijfers laat uitdrukken. Het cijfermateriaal uit dit onderzoek versterkt ons verzoek aan de overheid: geef muzikanten de kans on rustig die meewaarde te blijven creëren, elk op hun manier. Zeker in tijden van crisis is dat geen senicure. Op enkele uitzonderingen na is muzikant zijn in één en dezelfde Belgische band niet levensvatbaar. Coverartikels, radio-airplay en festivalsucces zijn slechts voor een minderheid weggelegd. Uit die onderzoek blijkt dat bijna één op de tweede ondervraagde muzikanten naast zijn artistieke activiteit ook nog ergens een bediendecontract heeft. Andere mensen die actief zijn in de sector cumuleren eveneens verschillende inkomsten. Niet omdat ze dat per se willen, maar om rond te komen. Aan de flexibiliteit die muzikanten als vanselfsprekend zijn gaan beschouwen, meestal zonder dat het hen een extra euro oplevert, kunnen zowel overheid als bedrijfswereld een puntje zuigen. Het is veelal een conditio sine qua non om overeind blijven. Het ideaal van de hangmatten en palmbomen is dan ook ver weg als we het hebben over het eiland van de muzikant, die wegkwijnt als hij niet pragmatisch denkt. Getuige een boeiende discussie tussen de bandleden van Antwerpse collectief Dez Mona. Frontman en zanger Gregory Frateur ging er in debat met zijn contrebassist Nicolas Rombouts. Die laatste moet op verschillende fronten actief zijn om de touwtjes aan elkaar te knopen. Frateur vindt dat er daardoor te veel nadruk komt te liggen op het aspect 'rondkomen'; dat er artistiek betere keuzes gemaakt kunnen woorden : "Ik ben het niet eens met die vluchtigheid. Ik wil niet constant afgeleid worden door het feit dat ik 'er mijn boterham mee moet verdienen'. Ik werk samen met staffe muzikanten, maar de ene kan niet op dinsdag repeteren, want dan moet hij lesgeven, de andere kan niet op woensdag omdat hij ook nog in een ander project zit... Dat leidt me af van de essentie. Dat lesgeven, doe dat eens binnen vijftig jaar! Nu moet je op een ficking podium staan, muziek maken en je stem laten gelden." Het stelt de tegenstelling tussen kunst om de kunst en pragmatiek meteen op scherp. Maar dat hoeft geen obstakel te zijn als we de randomstandigheden van muzikanten kunnen verbeteren, zowel voor de zuivere kunstenaars als voor de pragmatici, die met veerboten tussen eilanden pendelen. Ze zijn beiden nodig om van een bloeiende scène te kunnen spreken. |
De Belgische muzieksector : De attitudes, noden en verwachtingen van de actoren uit de Belgische muzieksector [texte imprimé] / Space Pilot asbl, Auteur ; Quentin de Ghellinck . - Bruxelles (Rue Emile Féron 70, 1060, Belgique) : Space Pilot asbl, 2013 . - 28 p. Langues : Néerlandais Catégories : | enquête ; Musique
| Index. décimale : | L. SMart | Note de contenu : | Het eiland van de muzikant, met of zonder veerboot. Bij de opmaak van de federale begroting van 2013 wilde de regeningDi rupo de bevrijdende roerende voorheffing voor aureursrechten optrekken van 15 naar 25 procent. De maatregel zou de creatieve sector, die het in crisistijden sowieso moeilijk heeft, in het hart treffen. Heel wat muzikanten putten (een deel van) hun inkomen uit auteursrechten. Mochten het boeren of bankiers geweest zijn, dan zou zo'n voorstel nooit de agenda gehaald hebben. Lobbyisten allerhande zouden daar vooaf wxel een stokje voor gestoken hebben. Nu dit voorstel wél op de culturele agenda stond, klonk de verontwaardiging uit de sector luid en oprecht : het is niet door creativiteit extra te belasten dat je de economie aanzwwengelt. Uiteindelijk kwam de belastingverhoging er niet. De snelle reacties uit het brede muzikale veld waren een verademing. Want, al hebben muzikanten gemeenschappelijke belangen, ze blijven toch vooral individualisten, actief op hun eigen eiland. En maar goed ook, want precies omdat ze alles op hun eigen manier doen, en daarbij vaak vanuit een andere basisfilosofie vertrekken dan de meeste actoren in het economische veld, zorgen ze voor een meerwaarde die zich niet louter in winstcijfers laat uitdrukken. Het cijfermateriaal uit dit onderzoek versterkt ons verzoek aan de overheid: geef muzikanten de kans on rustig die meewaarde te blijven creëren, elk op hun manier. Zeker in tijden van crisis is dat geen senicure. Op enkele uitzonderingen na is muzikant zijn in één en dezelfde Belgische band niet levensvatbaar. Coverartikels, radio-airplay en festivalsucces zijn slechts voor een minderheid weggelegd. Uit die onderzoek blijkt dat bijna één op de tweede ondervraagde muzikanten naast zijn artistieke activiteit ook nog ergens een bediendecontract heeft. Andere mensen die actief zijn in de sector cumuleren eveneens verschillende inkomsten. Niet omdat ze dat per se willen, maar om rond te komen. Aan de flexibiliteit die muzikanten als vanselfsprekend zijn gaan beschouwen, meestal zonder dat het hen een extra euro oplevert, kunnen zowel overheid als bedrijfswereld een puntje zuigen. Het is veelal een conditio sine qua non om overeind blijven. Het ideaal van de hangmatten en palmbomen is dan ook ver weg als we het hebben over het eiland van de muzikant, die wegkwijnt als hij niet pragmatisch denkt. Getuige een boeiende discussie tussen de bandleden van Antwerpse collectief Dez Mona. Frontman en zanger Gregory Frateur ging er in debat met zijn contrebassist Nicolas Rombouts. Die laatste moet op verschillende fronten actief zijn om de touwtjes aan elkaar te knopen. Frateur vindt dat er daardoor te veel nadruk komt te liggen op het aspect 'rondkomen'; dat er artistiek betere keuzes gemaakt kunnen woorden : "Ik ben het niet eens met die vluchtigheid. Ik wil niet constant afgeleid worden door het feit dat ik 'er mijn boterham mee moet verdienen'. Ik werk samen met staffe muzikanten, maar de ene kan niet op dinsdag repeteren, want dan moet hij lesgeven, de andere kan niet op woensdag omdat hij ook nog in een ander project zit... Dat leidt me af van de essentie. Dat lesgeven, doe dat eens binnen vijftig jaar! Nu moet je op een ficking podium staan, muziek maken en je stem laten gelden." Het stelt de tegenstelling tussen kunst om de kunst en pragmatiek meteen op scherp. Maar dat hoeft geen obstakel te zijn als we de randomstandigheden van muzikanten kunnen verbeteren, zowel voor de zuivere kunstenaars als voor de pragmatici, die met veerboten tussen eilanden pendelen. Ze zijn beiden nodig om van een bloeiende scène te kunnen spreken. |
|