Titre : | Voorbij de Vertoning : Analyse van het Vlaams audiovisueel vertoning- en distributieveld | Type de document : | texte imprimé | Auteurs : | Ann Overbergh, Auteur | Editeur : | Gent [Belgie] : BAM, instituut voor beeldende, audiovisuele en mediakunst | Année de publication : | 2011 | Importance : | 128 p | Langues : | Néerlandais | Catégories : | Audiovisuel ; Communauté flamande
| Index. décimale : | C.01. Audiovisuel et multimédia | Note de contenu : | Het in kaart brengen van een creatief veld in voortdurende evolutie is een kwestie van keuzes. Cijfers zijn belangrijk om de schaal van actoren en verhoudingen te kennen, de omvang en implicaties van fenomenen of problemen in te schatten. Verhalen en meningen zijn nodig om de essentie van een creatieve industrie te vatten, wat erin leeft, met alle bijhorende tegenstrijdigheden en meningsverschillen. Je wil inclusief zijn en volledig, ‘op de kleintjes letten’, alle praktijken in het veld uittekenen, zo compleet mogelijk en met inbegrip van zichtbare en verborgen interdependenties. Maar daarbij bots je op grenzen: volledig kan je nooit zijn, en teveel detail ontneemt het zicht op het geheel.
Ook voor deze veldanalyse heeft BAM een aantal duidelijke keuzes gemaakt. Ten eerste hebben we ons geconcentreerd op twee grote werkpraktijken: audiovisuele vertoning en distributie. Daarbinnen hebben we afgebakend. We hebben het bijvoorbeeld niet over televisie, want die wordt meegenomen in een studie naar ontwikkeling en professionalisering van de creatieve industrieën waaraan Flanders DC en Antwerp Management School kenniscentrum werken. Voor de definitie van ‘audiovisueel’ hebben we het beleid gevolgd: het betreft alles wat te maken heeft met de openbare vertoning van beeld op scherm (of schermen, bijvoorbeeld in de context van audiovisuele installaties). Ten tweede zijn we expliciet kwalitatief te werk gegaan. We wilden erg graag weten ‘hoeveel’, maar daar zijn andere studies mee bezig. Zo publiceerden Vlerick Management
School en Idea Consult in opdracht van het VAF in 2010 een onderzoek naar
het sociaal-economische gewicht van de audiovisuele sector. Ook het voornoemde onderzoeksproject door Flanders DC en Antwerp Management School zal voor een groot stuk cijfermatig zijn.
Naast het ‘hoeveel’ wilden wij dus graag op zoek naar het ‘hoe’ en het ‘waarom’. De beste manier om een sector te leren kennen, is door erin te werken, óf door vragen te stellen en de tijd te nemen voor uitvoerige antwoorden. We hebben tientallen mensen geïnterviewd, en hen telkens eenzelfde cluster vragen voorgelegd. ‘Hoe werkt je sector? Met welke spelers werk je samen en hoe gaat dat? Hoe voorzie je in het voortbestaan van je organisatie? Hoe zie je de toekomst: wat zou je sector moeten doen, wat zouden beleidsmakers op de agenda kunnen zetten?’ Enzovoort.
|
Voorbij de Vertoning : Analyse van het Vlaams audiovisueel vertoning- en distributieveld [texte imprimé] / Ann Overbergh, Auteur . - Gent (Belgie) : BAM, instituut voor beeldende, audiovisuele en mediakunst, 2011 . - 128 p. Langues : Néerlandais Catégories : | Audiovisuel ; Communauté flamande
| Index. décimale : | C.01. Audiovisuel et multimédia | Note de contenu : | Het in kaart brengen van een creatief veld in voortdurende evolutie is een kwestie van keuzes. Cijfers zijn belangrijk om de schaal van actoren en verhoudingen te kennen, de omvang en implicaties van fenomenen of problemen in te schatten. Verhalen en meningen zijn nodig om de essentie van een creatieve industrie te vatten, wat erin leeft, met alle bijhorende tegenstrijdigheden en meningsverschillen. Je wil inclusief zijn en volledig, ‘op de kleintjes letten’, alle praktijken in het veld uittekenen, zo compleet mogelijk en met inbegrip van zichtbare en verborgen interdependenties. Maar daarbij bots je op grenzen: volledig kan je nooit zijn, en teveel detail ontneemt het zicht op het geheel.
Ook voor deze veldanalyse heeft BAM een aantal duidelijke keuzes gemaakt. Ten eerste hebben we ons geconcentreerd op twee grote werkpraktijken: audiovisuele vertoning en distributie. Daarbinnen hebben we afgebakend. We hebben het bijvoorbeeld niet over televisie, want die wordt meegenomen in een studie naar ontwikkeling en professionalisering van de creatieve industrieën waaraan Flanders DC en Antwerp Management School kenniscentrum werken. Voor de definitie van ‘audiovisueel’ hebben we het beleid gevolgd: het betreft alles wat te maken heeft met de openbare vertoning van beeld op scherm (of schermen, bijvoorbeeld in de context van audiovisuele installaties). Ten tweede zijn we expliciet kwalitatief te werk gegaan. We wilden erg graag weten ‘hoeveel’, maar daar zijn andere studies mee bezig. Zo publiceerden Vlerick Management
School en Idea Consult in opdracht van het VAF in 2010 een onderzoek naar
het sociaal-economische gewicht van de audiovisuele sector. Ook het voornoemde onderzoeksproject door Flanders DC en Antwerp Management School zal voor een groot stuk cijfermatig zijn.
Naast het ‘hoeveel’ wilden wij dus graag op zoek naar het ‘hoe’ en het ‘waarom’. De beste manier om een sector te leren kennen, is door erin te werken, óf door vragen te stellen en de tijd te nemen voor uitvoerige antwoorden. We hebben tientallen mensen geïnterviewd, en hen telkens eenzelfde cluster vragen voorgelegd. ‘Hoe werkt je sector? Met welke spelers werk je samen en hoe gaat dat? Hoe voorzie je in het voortbestaan van je organisatie? Hoe zie je de toekomst: wat zou je sector moeten doen, wat zouden beleidsmakers op de agenda kunnen zetten?’ Enzovoort.
|
|